Laatst toegevoegde bedrijven
-
Oostburg, Zeeland24-07-2024
-
Baarle-Nassau, Noord-Brabant03-03-2024
-
Bemmel, Gelderland11-11-2021
-
Deventer, Overijssel05-08-2021
-
Garderen, Gelderland27-07-2021
Hoewel schilderijen niet per definitie antiek zijn, zijn veel antiekwinkels en antiekzaken ook gespecialiseerd in kunst, zoals schilderijen en beelden. Zeker oudere schilderijen van bekende schilders en kunstenaars zijn erg populair. Je vindt ze niet alleen in musea, maar ook bij mensen thuis. Schilderijen kom je tegen in allerlei soorten en maten en er wordt gebruik gemaakt van allerhande technieken.
Het vroegste gebruik van olieverf is te herleiden tot de vijfde eeuw voor Christus. Olieverf is gemaakt van pigment en lijnzaadolie. In de Lage Landen bouwde Jan van Eijck er een reputatie mee op door de manier waarop hij de verf gebruikte. Veel olieverfschilderijen zijn bewaard gebleven en zijn gerestaureerd. Uit de 16e eeuw zijn veel religieuze werken behouden, maar ook schilderijen van later data, bijvoorbeeld de barok of rococo kun je terugvinden. Veel voorkomende voorstellingen zijn landschappen en portretten.
Pigmenten, kleurstoffen en bindmiddelen kwamen al in de oudheid voor. De acrylverf heeft nog niet zo’n lange historie. Pas rond 1930 werd de acrylverf uitgevonden, die later voor kunstenaars werd gemaakt onder de naam Magma. Kenmerkend voor acrylverf is dat ze goed te mengen is, snel droogt en na het drogen oplosbaar is in terpentine. Acrylverf werd een vervanger voor olieverf en plakkaatverf. Kunststromingen uit deze moderne tijd zijn onder andere het abstract expressionisme en popart.
Tempera wordt gemaakt door poedervormige kleurstoffen te mengen met eierdooier en water. In Europa kwam het voor het eerst voor in de Middeleeuwen en werd later vervangen door olieverf. Er zijn vooral religieuze werken uit de 17e eeuw bewaard gebleven. Tijdens de renaissance werd het nog wel gebruikt als gekleurde onderlaag als basis voor een schilderij.
Een aquarel wordt met waterverf geschilderd op dik aquarelpapier. De verf is niet dekkend, zodat je het papier blijft zien. Er kan geschilderd worden op nat en droog papier. De aquareltechniek was al bekend in de Oudheid en later in China. De voorloper van de aquarel in Europa is het fresco, een muurschildering op natte gips. Vanaf de renaissance verschenen de eerste aquarellen vanuit Italië.
Landschappen zijn geliefde onderwerpen om te schilderen. Vanaf de 15e eeuw ontwikkelt de landschapsschilderkunst zich als eigen genre. In de barok bracht Jacob van Ruijsdael het landschapsschilderen tot bloei. Tot aan de romantiek werden de landschappen geschilderd in het atelier. De Fransen waren de eerste die hun penselen, verf en doek mee naar buiten namen.
De Grieken en Romeinen maakten al portretten, vaak als muurschildering. Zo is in Pompeï een portret op de muur behouden gebleven. In de Middeleeuwen werden er vooral portretten van Jezus en Maria gemaakt en portretten van de rijken, die het schilderij aan de kerk schonken. Tijdens de renaissance komt de portretkunst weer terug, denk bijvoorbeeld aan de beroemde ‘Mona Lisa’ en het ‘Meisje met de parel’. Toen de fotografie opkwam, werden geschilderde portretten minder populair.
In de 16e eeuw schilderde Pieter Bruegel de eerste populaire genrestukken, schilderijen die een alledaags tafereel vertonen. Ook onder andere Vermeer schilderde in de 17e eeuw veel van deze werken. In Engeland en Frankrijk werden ze pas in de 18e en 19e eeuw populair. Geliefde onderwerpen waren scènes in de keuken of huiskamer, op de markt of in de herberg. Ook beroepen en gezelschappen werden geschilderd, de laatste vaak met een onderliggende morele les. In de Biedermeiertijd werd vooral de gezelligheid van het burgerleven benadrukt. In de 19e eeuw werd via genrestukken aandacht gevraagd voor het harde arbeidersleven. Een voorbeeld hiervan is het schilderij ‘De aardappeleters’ van Vincent van Gogh.
Bij het schilderen van een stilleven worden levenloze dingen en alledaagse voorwerpen weergegeven, zoals vazen, boeken en sieraden, maar ook bloemen of fruit. De schilder maakt een zorgvuldige schikking van de voorwerpen. Sommige voorwerpen worden bewust gekozen om een boodschap over te brengen. Zo werden in de 17e eeuw de Vanitas schilderijen gemaakt. Naast een compositie van allerlei luxe spullen werd een schedel neergelegd als teken van de vergankelijkheid van het leven. Stillevens zijn terug te vinden in diverse stijlperiodes.
Een belangrijk genre uit de 17e eeuw is het historiestuk, dat als een van de moeilijkste genres werd gezien. Een historiestuk is een afbeelding uit de geschiedenis. Het onderwerp komt uit de Bijbel, de mythologie of de vaderlandse geschiedenis. De schilder moest dus veel achtergrondinformatie kennen. Welgestelde burgers kochten in de 17e eeuw deze schilderijen om ze in hun grote huizen op te hangen. Ook Rembrandt heeft een klein aantal historiestukken geschilderd.
Het panorama vindt zijn oorsprong in het oude China. Het werd toen geschilderd op boekrollen. Het panorama zoals het in Europa bekend geworden is, is een landschap, zeegezicht of historisch tafereel, dat geschilderd is op een groot cirkelvormig doek. Als je midden in de voorstelling staat, lijkt het alsof je er deel van uitmaakt. Panorama’s werden populair in de eerste helft van de 19e eeuw en trokken vele bezoekers. Enkele daarvan zijn bewaard gebleven, zoals het Panorama Mesdag in Den Haag uit 1881, dat nog steeds te bezoeken is.
Etsen en gravures maken het mogelijk een afbeelding in oplage af te drukken. Het waren de voorlopers van de druktechniek en zijn ontstaan aan het eind van de Middeleeuwen. Bij een ets of gravure wordt er een groef in een metalen plaat gemaakt, waar inkt in wordt gegoten. Het verschil tussen een ets en een gravure is dat bij een gravure met kracht een groef in het metaal wordt gesneden, terwijl bij een ets een waslaag op de plaat wordt gedaan waarin getekend wordt De plaat met waslaag gaat daarna in een zuurbad, dat een groef veroorzaakt op de plek waar de was is weggetekend. In de 15e eeuw was Albrecht Dürer een bekend graveur. Etsen en gravures zijn terug te vinden vanuit diverse periodes met hun eigen stijlkenmerken.
Halverwege de 17e eeuw werd het stadsgezicht een op zichzelf staand genre. Daarvoor waren er wel kopergravures en etsen van steden, maar die waren vooral bedoeld als plattegrond. Johannes Vermeer schilderde het beroemde stadsgezicht ‘Gezicht op Delft’. Bij de opkomst van het impressionisme in de 19e eeuw kwam het alledaagse leven meer in the picture en werden bijvoorbeeld ook industriegebieden en bouwputten onderwerp van schilderijen. In de 20e eeuw werd het stadsgezicht minder geschilderd vanwege de opkomst van de abstracte en conceptuele kunst.
In de 17e eeuw stuurde de elite elkaar al ansichtkaarten, ook wel prentbriefkaarten genoemd. Deze werden persoonlijk bezorgd. Pas aan het einde van de 19e eeuw nam het versturen van ansichtkaarten grotere vormen aan. Dat kwam door de machinale productie van de ansichtkaart, het verschijnen van de postzegel en de opkomst van de posterij. In 1871 verscheen de briefkaart met voorbedrukte postzegel. Een afbeelding of wens moest er apart worden opgeplakt. Enkele jaren later verschenen de eerste echte ansichtkaarten. Het begin van de 20e eeuw was een gouden tijd voor de ansichtkaart. Kaarten spraken tot de verbeelding en werden volop verkocht en verstuurd.
In de 19e eeuw konden teksten en afbeeldingen door nieuwe reproductietechnieken heel snel worden verspreid. Vlakdruk en hoogdruk maken het mogelijk een grote oplage te maken. Prenten zijn er met allerlei afbeeldingen. Voorbeelden hiervan zijn politieke en botanische prenten.
Een schets is een tekening die nog verder uitgewerkt moet worden. Schetsen van een bestaand schilderij die pas naderhand worden gevonden, zijn kostbaar. Maar ook op zichzelf staande schetsen zijn populair.
Tekeningen worden gemaakt met houtskool, potlood, pastel of krijt. Daarnaast is er de pentekening die met inkt gemaakt is. De tekening is door de eeuwen heen blijven bestaan. Vanuit de 17e eeuw tot in de recente geschiedenis zijn mooie exemplaren bewaard gebleven.
Reclamemaken is al eeuwenlang belangrijk. In de Gouden Eeuw werd al reclame in de krant geplaatst. Het eerste Nederlandse reclamebureau opende zijn deuren in 1846. In het straatbeeld was toen ook reclame te zien. Speciale reclamezuilen werden volgehangen met affiches voor producten en aankondigingen. Bekend is het jugendstil reclameaffiche voor slaolie van Jan Toorop. Affiches geven duidelijk de ontwikkeling van de cultuurhistorie weer.