Wat is Barok: Kunst & Architectuur
De barok periode duurt van ongeveer 1600-1750. De barok volgt de renaissance op en gaat later over in de rococo en het classicisme. De barokstijl verspreidt zich over heel Europa, maar ook over de Europese koloniën. Het woord barok komt waarschijnlijk van het Portugese woord "barocco", dat "onregelmatig gevormde parel" betekent. Deze barokparel had een peervorm en werd in de 16e eeuw gebruikt in sieraden als romp van een mens of fabeldier. Tot de 19e eeuw was het woord barok dus eigenlijk een spotnaam voor iets wat opzichtig en afwijkend was.
Pracht en praal
In de tijd van de barok is er een grote spanning tussen geloof en wetenschap. Er zijn godsdienstconflicten, die hun invloed uitoefenen op de kunst van die tijd. Door de Reformatie is er een scheiding ontstaan tussen de Rooms-Katholieke en Protestante Kerk. Als reactie daarop begint de Kerk van Rome kerken vol pracht en praal te bouwen, om hun macht en aanzien te herstellen. Een overvloed aan beelden, goud en plafondschilderingen moet de gelovige overtuigen. Barokkunstwerken willen emoties oproepen en geven beweging en beroering weer. Door de invloed van het protestantisme zijn de kenmerken van de barok in West-Europa veel eenvoudiger dan in Midden- en Zuid-Europa.
Kenmerken van de barok
De barok wordt door de jaren heen steeds uitbundiger. Er wordt gebruik gemaakt van dramatische religieuze onderwerpen, versterkt door dynamiek en sterke licht-donker accenten. Er is goud in de kunst verwerkt als teken van de eeuwigheid en de hemel. In composities van schilderijen zie je veel schuine lijnen en gebogen vormen om beweging weer te geven. In Nederland krijgt de barok pas laat voet aan de grond. In de 18e eeuw komt er onder Franse invloed meer dynamiek en overdadigheid in de kunst.
Kunst als eenheid
De opdrachten voor kunstwerken in de barokperiode worden vooral gegeven door kerken en rijke burgers. In de barokperiode vloeien de verschillende kunstvormen steeds meer in elkaar over. Vooral in de architectuur smelten de bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst samen als geheel kunstwerk. Ook de aanleg van de tuinen wordt hiervan een onderdeel. In de beeldhouwkunst is vooral aandacht voor het uitbeelden van bewegingen en weergeven van gezichtsuitdrukkingen. In de literatuur komen door de verdeeldheid tussen oude en nieuwe denkbeelden vele verschillende vormen voor. Tegenstellingen staan hierin centraal.
Schilderijen
In de schilderkunst komen naast religieuze schilderijen ook schilderijen van landschappen en portretten van belangrijke personen voor. Daarnaast worden er historische werken en stillevens geschilderd. De schilderijen hebben vaak een groot formaat en blinken uit in kleuren, licht-donker contrasten en dramatiek. In de barokperiode is veel aandacht voor religieuze symboliek, wat tot uitdrukking komt in allegorische schilderijen. Net als bij andere kunstvormen zijn dynamiek en dramatiek de belangrijkste kenmerken, evenals het gebruik van overbodige details. Uitbundigheid, spanning en grootsheid worden gebruikt om indruk te maken op de toeschouwers.